Niet te geloven hoeveel papier je in een kamer van dertien vierkante meter kunt bewaren. Artikelen, samenvattingen, hand-outs, aantekeningen, en dan ook nog een hele grote stapel minder wetenschappelijk verantwoord papier… Allerlei feiten, ideeën en herinneringen, vastgelegd en opgeborgen, in de veronderstelling dat ik er later nog wel eens profijt van zou kunnen hebben. Niet dus. Het meeste papier levert vooral iets op in de papierbak. Let it go!
Want, laten we eerlijk zijn, de kans dat ik ooit nog iets wil lezen over de Hermeneutiek, ergatieve systemen, of Corbett’s Agreement Hierarchy is behoorlijk nihil. En mocht ik in de toekomst toch over een dergelijk onderwerp struikelen, dan zal ik niet denken: “Goh, daar heb ik toen-en-toen iets over opgeschreven.” Dus: weg ermee!
Nu zijn er nog slechts een paar mappen over, gevuld met interessante papieren. De leukste colleges, brieven en ideeën blijven bewaard. Tastbare bewijzen van dierbare herinneringen. Voor nu, voor later, of voor de volgende opruimronde. Was het uitmesten van je hoofd maar net zo makkelijk. De mooie herinneringen poets je op en de nare gooi je weg, hup, in de papierbak, zodat je ze nooit meer mee kunt nemen in je hedendaagse besluiten.
Die mogelijkheid hebben we niet, maar met de juiste mentaliteit kom je al een eind. Ruim op, laat het gaan. Het resultaat hoeft niet professioneel te zijn, en ook niet zuiver. Als je het maar doet, af en toe.