Wat is nóg vervelender dan op vakantie bedwantsen tegenkomen? Deze ongewenste souvenirs in je eigen huis aantreffen!
Ik kan het weten. De eerste bedwants die ik ooit zag, liep namelijk doodleuk bij mij thuis over het bureau. Toen ik in Polen woonde. En hij (of zij) bleek een hele familie te hebben.
Dat wil ik NOOIT meer meemaken!
En aangezien ik niet van plan ben om nooit meer op reis te gaan, zit er maar één ding op. Ervoor zorgen dat ze zich niet nog eens in mijn huis vestigen.
Zo houd je bedwantsen uit je eigen bed
Voor het gemak heb ik deze informatie opgeknipt in drie delen: wat je kunt doen vóór je op vakantie gaat, tijdens je reis, en na afloop.
(Het is een hoop tekst, maar eigenlijk valt het qua maatregelen best mee. Zeker als je het vergelijkt met wat je moet doen als ze je huis bezetten!)
Lees ook “Bedwantsen 101: hoe herken je deze bee(s)tjes?“.
Voor
- Neem goed afsluitbare plastic zakken mee. En – als je lang op reis gaat – ondergoed en nachtkleding die je op 60 graden kunt wassen.
- Reis indien mogelijk met een harde koffer. Dat is (als je de koffer nooit geopend achterlaat) een onneembare vesting voor bedwantsen. In tegenstelling tot een koffer of backpack van stof.
- Moet je toch met een zachte koffer of backpack op pad? Wees dan extra oplettend tijdens en na je vakantie! Of neem een grote vuilniszak mee, waar je de koffer/backpack in kunt doen als je op je kamer bent.
Tijdens
- Hoe vervelend het ook klinkt: verdeel je kamer of huisje meteen in gevarenzones en veilige gebieden. Het bed is een gevarenzone, natuurlijk. Maar bedwantsen kunnen ook in andere zachte en poreuze materialen wegkruipen. In een bank bijvoorbeeld. Of in de onafgewerkte zijkant van een spaanplaat. (In Polen vond de ongediertebestrijder bedwantsenpoep in de achterkant van ons bureau. Ik bedoel maar.)
- De stelregel die ik aanhoud, is dat alles op minimaal een meter afstand van poreus materiaal, veilig is. Bedwantsen kunnen niet springen of vliegen, en verplaatsen zich niet graag over materiaal waar ze niet in weg kunnen kruipen.
- Check of de gevarenzones schoon zijn. Als je bedwantsen of verdachte donkere plekjes aantreft, of andere viezigheid, is dit hét moment om van locatie te wisselen.
- Ziet het er schoon uit? Fijn! 😀 Maar om er zeker van te zijn dat je geen bedwantsen mee naar huis neemt, moet je het onderscheid tussen veilige en gevaarlijke zones de komende dagen blijven respecteren. (Sorry.)
- Houd zo veel mogelijk kleding en spullen uit de buurt van de gevarenzones. Zet bijvoorbeeld nooit een tas of (rug)zak op of pal naast je bed! Zelfs niet voor vijf seconden.
- Ga ook niet zomaar op bed zitten. Als je in bed wil kruipen, trek dan eerst je nachtkleding aan. Of al je kleding uit, als dat je ding is, en je niet in een slaapzaal ligt. 😉
- Zorg ervoor dat je koffer of backpack hoe dan ook een veilige zone blijft. Dat scheelt me toch een boel kopzorgen! Dus, moet er iets uit de gevarenzone terug je koffer in? Stop het dan in een goed afsluitbare plastic zak.
- Bedwantsen overleven een 60-gradenwas niet. Alles wat zo warm gewassen wordt, is daarna meteen “veilig”. Heb je kleding of spullen die niet zo warm gewassen kunnen worden, maar waar misschien wél bedwantsen in gekropen zijn? Houd die dan voorlopig apart van je “veilige” spullen (in een hermetisch afgesloten plastic zak).
- Hef de gevarenzone(s) pas op als je na drie dagen nog steeds geen bedwantsen gespot hebt, of gebeten bent! Ze voeden zichzelf namelijk om de dag. Of nacht, eigenlijk. En het kan tot 24 uur duren voor een beet zichtbaar (en voelbaar) wordt.
- Spot je na een tijdje toch bedwantsen(beten)? Shit… Probeer je hoofd koel te houden. Ga vooral NIET je beddengoed van hot naar her sjouwen! Dan maak je het die beestjes alleen maar makkelijker. Wat je wél moet doen: het personeel op de hoogte brengen. En besluiten of je je biezen pakt of niet.
Na
- Als het goed is neem je nu een “veilige” koffer of backpack mee naar huis, met daarin één of meerdere zakken met “mogelijk gevaarlijk spul”. Het spreekt hopelijk voor zich dat je, eenmaal thuis, de inhoud van die zakken niet op je eigen bed moet gooien. 😉
- Heb je zachte kleding of spullen uit de gevarenzones die je niet op 60 graden kunt wassen? Stop ze een paar dagen in de vriezer.
- Of leg ze maandenlang op een warm plekje, in een hermetisch afgesloten plastic zak. (In een omgeving die koel is, maar niet ijskoud, kan het soms wel een jaar duren voor een bedwants het loodje legt.)
Zo. Op deze manier is de kans echt piepklein dat er bij thuiskomst stiekem een paar bedwantsen in je bed kruipen.
Toch bedwantsen in huis?
Vind je (desondanks) toch bedwantsen bij jou thuis, aarzel dan niet om de hulp van een gespecialiseerde ongediertebestrijder in te schakelen!
De eerste ongediertebestrijder die bij ons thuis kwam, kon nergens bedwantsen vinden, geloofde ons verhaal niet, en spoot vervolgens – “voor de zekerheid” – een halve tank met giftig gas leeg in onze kamer. De bedwantsen werden er pislink van en beten ons die nacht helemaal lek. En ik wil niet weten hoe schadelijk dat spul was voor onze eigen gezondheid.
De tweede man vond wél bedwantsenpoep, complimenteerde ons omdat we er vroeg bij waren, en had een hoop bruikbare (doch ietwat betuttelende) tips.
Ik hoop dat je nooit een ongediertebestrijder hoeft in te schakelen, maar als je het moet doen, doe het dan goed!
En voor nu: “Good night, sleep tight, and don’t let the bed bugs bite.”
(Wie dat ooit heeft verzonnen…)