Aangezien dit weekend (weer) veuls te kort was en ik de laatste tijd veuls te veel in mijn hoofd zit en veuls te weinig energie heb, dacht ik, laat ik mijn drie beste opruimtips eens met jullie delen. Als geschenk aan jullie – en ook een beetje aan mijzelf. 😉
1) De tweeminutenregel
Kun je een actie binnen twee minuten afronden? Doe het dan meteen. Niet straks, niet aan het eind van de dag, maar nu direct.
Zie je bijvoorbeeld iets liggen dat eigenlijk in de kast hoort, vier meter daarvandaan? Krijg je een brief die je moet bewaren (en waar je al een map voor hebt)? Ligt er rommel op de grond? In plaats van hier nog tig keer – letterlijk en/of figuurlijk – tegenaan te lopen, kun je het maar beter direct opruimen.
De tweeminutenregel heb ik uit het boek “Getting Things Done” van David Allen, een boek over time management. Dit boek gaat dus niet (specifiek) over opruimen, maar toch, ere wie ere toekomt…
Voor iemand zoals ik, die op een zolder van 32 vierkante meter woont, valt er verbazingwekkend veel binnen deze regel. En het werkt echt! Tenminste, als ik mij eraan houd… Rommel trekt rommel aan, dus door alles wat binnen twee minuten op te ruimen valt ook daadwerkelijk op te ruimen, blijft de boel wonderbaarlijk netjes. (Ik moet alleen nog eens een goede oplossing vinden voor mijn kleding – de stukken die ik uit mijn kast heb gehaald, maar die nog niet vuil genoeg zijn voor de wasmachine… Ideeën?)
Trouwens, misschien denk je nu: “Iets wat hooguit twee minuten in beslag neemt, kan ik gerust uitstellen tot later vandaag.” Dat heb ik ook heel lang gedacht. Maar als ik dat doe, blijven die kleinigheidjes stiekem in mijn achterhoofd hangen. Schijfruimte opeisen. Energie slurpen. Waarschijnlijk werkt het bij jou precies hetzelfde – een mens is een mens – dus je kunt dit soort kleine opruimklusjes echt maar beter meteen uit de weg ruimen.
2) De avondronde
Neem elke avond 10-15 minuten de tijd om dingen schoon te maken en op te ruimen die niet binnen de tweeminutenregel passen. De afwas bijvoorbeeld. (Oh, die verdomde afwas…)
Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet altijd tijd heb of maak voor deze avondronde – “zei iemand borrel?” / “is het al zó laat?!”/ “ik wil nie-hie-hieieieiet” – maar als ik wél een rondje doe, dan kan ik de volgende ochtend echt denken: “Wauw, wat ziet mijn kamer er goed uit.” En dat na hooguit een kwartiertje werk…
3) Minderen
Dan nu de allergrootste inkopper aller tijden. Terwijl vrijwel niemand het écht doorheeft, dus ik neem even een moment om jullie aandacht er volledig bij te halen. Ja, hallo, ben je er? Zeker weten? Oké, hier komt ‘ie…
Hoe minder spullen je hebt, hoe minder rommel je hebt.
Tadaaaaaaa!
Toen ik terugkwam uit Polen en geconfronteerd werd met kasten vol zaken die op mij lagen te wachten, wist ik het ineens gruwelijk zeker: ik heb te veel spullen! In Polen pasten mijn bezittingen namelijk in twee koffers, en ik miste eigenlijk niets… (Ja, een keukentafeltje en een paar stoelen.)
Sindsdien passen mijn spullen niet meer in twee koffers. En omdat me dat nog steeds weleens benauwt, probeer ik zoveel mogelijk weg te geven/gooien en zo min mogelijk in huis te halen. Een paar bijkomende voordelen: ik hoef minder op te ruimen en schoon te maken, consuminderen is goed voor het milieu, en de spullen die ik wél bij me houd hebben meer waarde. (Voor mij dan toch.) Probeer die voordelen in gedachten te houden, de volgende keer dat je door een winkelstraat loopt…
Hebben jullie hier iets aan? En wat zijn jullie ultieme opruimtips?