Afgelopen dinsdag – de dag waarop de “oversteek” naar Macedonië op het programma stond – voelde ik mij verscheurd. Aan de ene kant kon ik niet wachten om naar Skopje te gaan, en aan de andere kant had ik bizar weinig zin om Belgrado te verlaten…
Sinds ik schreef dat ik het moeilijk vind om onderweg aansluiting te vinden bij anderen, gaat dat gelukkig stukken beter. In Boedapest kreeg ik gezelschap van een Nederlander, in de bus naar Servië bleek mijn Amerikaanse buurman wel in voor een praatje, en in Belgrado heb ik me zelden alleen gevoeld.
Zo was er een Duitser die in Tilburg studeert, en een Zwitserse die haar avondeten wel met mij wou delen.
Eén van mijn kamergenootjes was voor het eerst alleen op reis en had het daar erg moeilijk mee, dus ik heb haar uit bed gepraat en naar mijn favoriete koffietentje gebracht, om daar samen wat te kletsen en vervolgens de stad in te gaan.
En een medewerker van het hostel kwam op een ochtend speciaal even langs om te vragen hoe mijn date geweest was. Dus ja, er was ook een (leuk!) afspraakje met een Serviër…
Tel daar een paar korte nachtjes bij op – ik ben drie nachten niet vóór 4 uur gaan slapen, in deze stad die bekend staat om het nachtleven – en het moge duidelijk zijn dat ik me op de dag van vertrek een tikje gebroken voelde.
Maar die ellende duurde gelukkig niet veel langer dan de busrit (van ongeveer zes uur), want bij het busstation van Skopje stond Zorica mij op te wachten.
Het is inmiddels alweer drie jaar geleden dat wij een kamer deelden in Polen, maar geef ons twee minuten samen en het is weer als vanouds.
Met als voornaamste verschil dat we nu in Macedonië zijn, waar het erg zonnig is en het eten (mede dankzij het hoge aantal zonuren) erg lekker…
Morgen gaan we samen het strand van Albanië opzoeken. De frequentie waarop ik hier berichten plaats zal de komende tijd waarschijnlijk iets lager zijn – dat hebben jullie misschien al gemerkt – maar weet dat ik het enorm naar mijn zin heb.
Pingback: "De leukste date- en reisverhalen": waar dapperheid goed voor kan zijn