Hoe vier je carnaval als je een taalliefhebber, blogger én muts bent? (1) Door je hart op te halen aan alle woordspelingen, zodanig dat je totaal vergeet om zelf iets te schrijven. De goede voornemens lagen efkes in de koelkast, onder het ontbijtspek. (2) Door meteen op de eerste avond iets kwijt te raken, namelijk een – best wel waardevol – hoortoestel.
Nu was dat laatste geen ‘echte’ mutsenactie, in die zin dat ik het niet zelf ergens heb achtergelaten, maar toch… In mijn tas zaten spullen van mij én van een vriendin, en mijn gehoorapparaatjes zaten in één vakje, achter een rits, en aan het eind van de avond bleek uitgerekend dat ene vakje bijna leeg te zijn. Typisch.
Minder typisch: het apparaatje is nog altijd spoorloos. Normaal gesproken vind ik de dingen die ik kwijtraak, vrij snel weer terug. Nadenken, zoeken, bidden tot de heilige Antonius, nog een keer zoeken, en klaar. Maar met carnaval is alles anders, zo blijkt maar weer. Zelfs een artikel in de krant leverde niets op. Had de heilige Antonius een kater? Wie weet.
Toch stond ik de volgende dag alweer over lekkere dweilen te zingen, alsof er niets aan de hand was. Ik had ook thuis kunnen blijven, maar dan had ik dubbel gebaald. Bovendien: ik heb geen hoortoestellen nodig in al dat lawaai. Vandaar dat ze vrijdag in mijn tas zaten. Lekker veilig, voor mijn oren…
Afijn, na vijf dagen carnavallen was ik – zoals meestal rond die tijd – snipverkouden en een beetje verliefd, dus wezenlijk had het niet zoveel invloed. En waarschijnlijk valt het feestvieren minder schaailek uit dan ik dacht: volgens mijn audicien heb ik drie jaar geleden een vervangingsverzekering afgesloten (en daar in één keer voor betaald, vandaar dat ik het niet meer wist). Gelukkig!
Volgend jaar toch maar iets beter wegstoppen, die dingen…