Nog één week te gaan tot het Pasen is, en de 40 Dagen Bloggen Challenge (eindelijk) ten einde komt. Een mooi moment voor een blogpost met een Rooms-Katholiek, religieus tintje.
Hoe zondig ben ik eigenlijk?
IJdelheid
Ik ga gerust zonder make-up over straat, en een puist of een bad hair day doet me weinig.
Desondanks geloof ik dat mensen die met plezier hun schrijfsels publiceren, stiekem – of niet zo stiekem – behoorlijk ijdel zijn. (Dat heb ik een keer ergens gelezen, maar wáár weet ik niet meer.)
Dus zo heel bescheiden ben ik nou ook weer niet. Blijkbaar.
Hebzucht
Ook mijn hebzucht (en gierigheid) is domeingebonden.
Zo ben ik totaal niet gevoelig voor merkkleding en hippe gadgets, maar mooie kantoorartikelen en boeken kan ik héél moeilijk laten liggen.
En ik ben best gul voor mijn familie, vrienden en bepaalde goede doelen, maar verder houd ik mijn geld liever in eigen portemonnee.
Wellust
Tijdens mijn studie verbaasde ik me regelmatig over de manier waarop sommige studie- en flatgenootjes over seks praatten. Zo nonchalant, zo open, en vooral zo… gulzig.
Die verbazing is eigenlijk altijd gebleven. Ook in Polen, bijvoorbeeld.
Begrijp me niet verkeerd. Ik vind het een interessant onderwerp, en een fijne bezigheid. 😉 Maar ik voel niet vaak de behoefte om iemand de kleren van het lijf te scheuren. Openlijk te flirten. Tinder te installeren. Noem het maar op.
En dat is natuurlijk hartstikke prima, maar soms vraag ik me af in hoeverre mijn zelfvertrouwen (of eigenlijk het gebrek daaraan) me hier in de weg zit.
Jaloezie
Want ik kan best jaloers zijn op mensen die hun lichaam en hun seksualiteit volledig omarmen.
En op sommige andere mensen. (Lees “Op wie ben ik jaloers?”.)
Toch ga ik niet als een gifgroen monster door het leven. Jaloezie overvalt me af en toe, in een vlaag, maar zo’n bui waait ook altijd weer over. Niks bijzonders.
Gulzigheid
Als het op eten (en drinken) aankomt, lukt het me niet altijd om maat te houden.
Da’s een familietrekje, volgens mij. Bourgondisch bloed?
Woede
Van deze hoofdzonde heb ik het minste last. Ik ben iemand die niet makkelijk boos wordt en áls ik boos word, laat ik dat niet snel merken.
Althans, niet luid en duidelijk.
Volgens mijn juf in groep zeven had zij niet meer geleefd als mijn blikken konden doden. Ik vrees dat ze daar een punt heeft.
Gemakzucht
Eerlijk is eerlijk: ik ben liever lui dan moe. Absoluut.
Gelukkig vind ik het ook fijn om behulpzaam en betrouwbaar te zijn, en om regelmatig nieuwe dingen te leren. Anders was ik allang vergroeid met één of ander bed.
En een voorgesneden appel zal ik ook niet snel kopen, vanwege die overbodige plastic verpakking.
Van welke hoofdzonde(n) heb jij het meest last?