Morgen vindt de eindtest van mijn taalcursus plaats, en dat is jammer om twee totaal verschillende redenen:
- Ik vind één van de docenten echt onwijs goed. Een levend en lichtend voorbeeld van de ‘ideale docent’ uit mijn theorieboeken. (Alleluja, hij bestaat!) …Al moet ik eerlijk bekennen dat mijn wetenschappelijke kennis over taalonderwijs niet de enige reden is dat ik de cursus zal missen… Hij heeft ook een leuke lach.
- Hoewel ik in de afgelopen weken een heleboel geleerd heb, kom ik in de praktijk nog niet veel verder dan “Ik kom uit Nederland.”, “Thee, alstublieft.” en “Sorry, waar is het toilet?”. Het Pools is een verdomd lastige taal, en omdat ik als beginner gelukkig nog maar weinig grammaticale regels voor mijn kiezen heb gehad, volgt hier een korte uiteenzetting van het Poolse schrift en de uitspraak. Gedeelde smart is halve smart.
Het Poolse alfabet bestaat uit 32 letters. De 26 letters van ‘ons’ alfabet, min 3 letters (de q, v, en x), plus 9 letters die ik ‘opgesierde letters’ zou willen noemen, maar officieel zijn het letters met diakritische tekens: een puntje (ż), streepje (o.a. ł en ć) of staartje (ą). Die opgesierde letters – ‘diakritisch’ klinkt zo vervelend – worden doorgaans anders uitgesproken dan hun evenbeeld zonder opsmuk, maar niet altijd. Zo wordt de ę meestal nasaal uitgesproken, maar aan het eind van een woord klinkt ę gewoon als een ‘e’. Dus dziękuję (‘dankjewel’) klinkt als “dzjenkoeje”.
Die puntjes, streepjes en staartjes heb ik inmiddels redelijk onder de knie. Het zijn juist die 23 andere letters, de ogenschijnlijk ‘normale’ letters, die een stuk gevaarlijker blijken te zijn. Als sluipmoordenaars. Zo klinkt de c in het Pools als een ’ts’, de g als een ‘k’ (zoals in het Engelse girl), de i meestal als een ‘ie’, de y als de ‘i’ in ‘ik’ en de ‘w’ als een ‘v’. Volg je nog?
Helaas blijft het daar niet bij, want voor een aantal klanken worden lettercombinaties gebruikt. Een paar van die combinaties zijn verraderlijk, maar nog wel enigszins te doen voor iemand die niet is opgegroeid met het Pools – zoals de rz (klinkt als de ‘j’ in het Franse Jaques) en de ch (klinkt, net als de Poolse h overigens, als een ‘h’ met een zachte, bijna onhoorbare ‘g’ ervoor). Andere combinaties daarentegen, zoals die in de plaatsnaam Szczebrzeszyn… Ik vrees dat ik daarvoor zo’n 26 jaar te laat begonnen ben met het leren van deze taal.
Gelukkig hebben de Polen zelf ook door dat hun taal niet bepaald eenvoudig in elkaar steekt. Mooiste voorbeeld: de tekst op het shirt van mijn food tour gids. “I speak Polish. What’s your superpower?”